De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van de samenwerkingsverbanden en op hun naleving van de wettelijke voorschriften. Hoe de inspectie dat doet, is beschreven in het zgn. toezichtkader. Daarin is niet alleen vastgelegd hoe de inspectie te werk gaat, maar ook wat zij beoordeelt en wanneer er sprake is van onvoldoende kwaliteit. Het toezichtkader bestaat uit 3 onderdelen:
Risicomodel
Het toezicht van de inspectie is risicogericht, dat houdt in dat de inspectie kwaliteitsonderzoek uitvoert als uit een risicoanalyse blijkt dat er signalen of aanwijzingen zijn dat het samenwerkingsverband onvoldoende kwaliteit levert. Bij deze analyse worden 6 parameters betrokken:
Knelpunten in school of samenwerkingsverband?
Maak er melding van bij de Inspectie van het Onderwijs.
De Inspectie van het Onderwijs is er niet voor klachten. Toch is het belangrijk om knelpunten aan de Inspectie door te geven.
Helaas komt het voor dat ouders er met de school niet uitkomen als zich problemen voordoen, ook niet na bemiddeling . Bijvoorbeeld omdat er verschil van mening is over de ondersteuning van hun kind, of omdat de school hun kind op een andere school wil plaatsen. In dat geval is het niet alleen verstandig om een formele klacht in te dienen of mogelijk zelfs naar de rechter te stappen, maar ook belangrijk om de Inspectie te informeren over het knelpunt dat zich voordoet.
De inspectie heeft weliswaar geen specifieke taak bij het behandelen van uw klachten, maar wil wel graag een melding van uw klacht ontvangen om het toezicht goed te kunnen uitvoeren en te verbeteren. Uw signaal gaat naar het inspectieteam van de school. Zij lezen het, nemen het op in het dossier van de school. Ook bespreekt de inspecteur het signaal met het bestuur en betrekt het signaal zo nodig bij een volgend onderzoek.
Eén uitzondering
De enige soort klachten waar de Inspectie wel direct werk van maakt, zijn klachten over seksuele intimidatie of misbruik, geweld, discriminatie of radicalisering. Deze kunnen vertrouwelijk worden ingediend bij de vertrouwensinspecteur. De taak van deze inspecteur bestaat uit luisteren, informeren en zo nodig adviseren. De vertrouwensinspecteurs zijn alle werkdagen tijdens kantooruren (08.00-17.00 uur) bereikbaar op het nummer: 0900 111 3 111 (lokaal tarief).
Werkwijze
Het melden van een klacht kan eenvoudig via het contactformulier op de website van de Inspectie (http://bit.ly/18hUPAz) of telefonisch op nummer 088-669 60 60. Houd er wel rekening mee, dat u geen terugmelding krijgt van wat er met uw melding is gedaan.
(bron: www.bosk.nl)
Naleving wettelijke taken
De inspectie maakt nadrukkelijk onderscheid tussen de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur en die van het samenwerkingsverband, ook al zijn de verantwoordelijkheden van de school en het samenwerkingsverband nauw aan elkaar verbonden. Zo ligt de zorgplicht bij de school en is het schoolbestuur verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs aan de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Tegelijkertijd is het samenwerkingsverband verantwoordelijk voor een samenhangend geheel aan ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen scholen en de verdeling van de ondersteuningsmiddelen.
Mocht echter blijken dat een schoolbestuur of een samenwerkingsverband haar wettelijke taken niet nakomt, dan zal de inspectie ingrijpen. In het uiterste geval kan de minister de bewindsvoering van het samenwerkingsverband overnemen, bijvoorbeeld als een samenwerkingsverband zijn taken ernstig verwaarloost en hier, ondanks diverse kansen, geen verbetering in aanbrengt.
Waarderingskader
In het waarderingskader staat op welke punten de kwaliteit van het samenwerkingsverband kan worden beoordeeld. De voor ouders belangrijkste hieruit zijn:
1.1 Het samenwerkingsverband realiseert passende ondersteuningsvoorzieningen voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
1.2 Het samenwerkingsverband realiseert de toewijzing van de extra ondersteuning en de plaatsing
van de leerling tijdig en effectief.
1.3 Het samenwerkingsverband zet zijn middelen doelmatig in.
2.4 Het samenwerkingsverband heeft eenduidige procedures en termijnen voor het plaatsen van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en het toewijzen van extra ondersteuning.
2.5 Het samenwerkingsverband voert een actief voorlichtingsbeleid over taken en functies van het samenwerkingsverband (voor o.m. ouders).
2.6 Het samenwerkingsverband heeft het interne toezicht op het bestuur georganiseerd (...) en rapporteert jaarlijks.
3.1 Het samenwerkingsverband plant en normeert zijn resultaten in een vierjarencyclus (met als onderdeel het vaststellen in overleg met o.m. ouders van acceptabele normen voor die resultaten).
3.2 Het samenwerkingsverband voert zelfevaluaties. Zo moet het zich jaarlijks 'op systematische wijze op de hoogte stellen van de ervaringen van de belanghebbenden [= o.m. ouders] met de gerealiseerde dienstverlening'.
3.4 Het samenwerkingsverband legt jaarlijks verantwoording af van 'gerealiseerde kwaliteit' aan o.m. de ouders.
3.6 Het samenwerkingsverband onderzoekt tenminste vierjaarlijks via een 'betrouwbare en valide (zelf)evaluatie' de tevredenheid over het samenwerkingsverband bij o.m. de ouders en evalueert zijn klachtbehandeling.
Toezicht in de praktijk
De inspectie onderscheidt drie vormen van toezicht:
Niet elke school en niet elk samenwerkingsverband wordt dus jaarlijks door de inspectie bezocht, maar wel tenminste ten minste eens in de vier jaar, ook als er geen aanwijsbare risico's zijn.
De animatie Onderwijstoezicht in beeld hieronderat zien hoe de Inspectie van het Onderwijs toezicht houdt in het (speciaal) basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Het filmpje is bedoeld voor ouders en leraren en geeft antwoord op vragen als: Wat doet de inspectie? Hoe gaat dat dan precies? En waar kijkt de inspectie naar tijdens een schoolbezoek?
(bron: http://www.youtube.com/watch?v=Phys_-AyF-U&feature=youtu.be)
Meer informatie
|
|
|
|